1. De lidstaten zorgen ervoor dat elke in artikel 2, lid 2, bedoelde onderneming een natuurlijke of rechtspersoon als haar gemachtigde vertegenwoordiger aanwijst, die gevestigd of woonachtig is in een van de lidstaten waar zij werkzaam is. De aanwijzing is geldig wanneer de gemachtigde bevestigt deze te aanvaarden.
2. De lidstaten zorgen ervoor dat naam, adres, e-mailadres en telefoonnummer van de gemachtigde vertegenwoordiger worden meegedeeld aan een toezichthoudende autoriteit in de lidstaat waar de gemachtigde vertegenwoordiger woonachtig of gevestigd is. De lidstaten zorgen ervoor dat de gemachtigde vertegenwoordiger verplicht is op verzoek een afschrift van de aanwijzing in een officiële taal van een lidstaat aan een van de toezichthoudende autoriteiten te verstrekken.
3. De lidstaten zorgen ervoor dat een toezichthoudende autoriteit in de lidstaat waar de gemachtigde vertegenwoordiger woonachtig of gevestigd is en, indien dit een andere lidstaat is, een toezichthoudende autoriteit in de lidstaat waar de onderneming in het boekjaar voorafgaand aan het laatste boekjaar het grootste deel van haar netto-omzet in de EU heeft behaald, ervan in kennis worden gesteld dat de onderneming een onderneming is in de zin van artikel 2, lid 2.
4. De lidstaten zorgen ervoor dat elke onderneming haar gemachtigde vertegenwoordiger de bevoegdheid verleent om van de toezichthoudende autoriteiten kennisgevingen te ontvangen over alle aangelegenheden die nodig zijn voor de naleving en de handhaving van de nationale bepalingen ter omzetting van deze richtlijn. De ondernemingen zijn verplicht hun gemachtigde vertegenwoordiger de nodige bevoegdheden en middelen te geven om met de toezichthoudende autoriteiten te kunnen samenwerken.